Loadbalancing

Installatie handleiding Loadbalancer

Introductie

Het hoge niveau van loadbalancing op onze laadsystemen is uniek en maakt Ecotap onderscheidend in de markt. Een Ecotap-lader kan u in vrijwel elke situatie van dienst zijn en voorkomt onnodige, dure en tijdrovende netuitbreidingen. Bovendien geloven wij dat effectief delen (balanceren) kan leiden tot optimaal vermenigvuldigen (uitbreiden). Het plaatsen van extra Ecotap-laadstations kan daarom vaak op een erg prijsefficiënte manier mogelijk gemaakt worden.

Hieronder lichten wij toe welke niveaus van balanceren mogelijk zijn. Bent u benieuwd hoe wij voor uw specifieke situatie de beste laadinfra kunnen aanleggen? Neem dan contact op met één van onze verkopers. Het gebruik van de software voor balanceren is gratis.

1. Loadbalancing tussen 2 laadpunten (op 1 laadsysteem)

Alle Ecotap laadsystemen zijn geschikt om 22 kW per laadpunt te leveren. Echter is deze hoeveelheid stroom niet altijd aanwezig en is het nodig om stroom te verdelen. Als er bijvoorbeeld maar 22 kW (32A) beschikbaar is en er willen 2 auto’s laden, dan verdelen wij de 22 kW over 2 auto’s zodat deze beide op 11 kW (16A) kunnen laden. Zodra 1 auto vertrekt of vol is wordt het beschikbaar vermogen automatisch teruggegeven aan de andere auto, welke dan weer op maximaal vermogen verder kan laden.

2. Loadbalancing tussen meerdere laadpunten (meerdere laadsystemen)

Wanneer er meerdere laadpunten (bijvoorbeeld 3 laadsystemen met 6 laadpunten) op eenzelfde installatiegroep zijn aangesloten, kunnen we dit vaste vermogen van bijvoorbeeld 66 kW (± 100A) verdelen over de ladende auto’s. Als er 6 auto’s tegelijk staan te laden, wordt de stroom verdeeld over deze 6 auto’s en krijgen deze allemaal 11 kW. Als er 3 auto’s vertrekken of vol zijn kunnen alle auto’s weer op maximale power laden.

3. Dynamische load balancing

Tot slot kunnen wij de voorgaande balanceringsmethode ook combineren met een fluctuerende hoeveelheid beschikbare energie. Als in het vorige voorbeeld de totale beschikbare energie van 100A ook voor andere apparaten/gebouwen bedoeld is, zal deze niet altijd volledig ter beschikking van de auto’s komen.
De gezamenlijke capaciteit van de laadpalen wordt begrensd tot 100A. Door het bij de hoofdvoeding plaatsen van een extra meter (Loadbalancer) die het verbruik in het gebouw meet, wordt berekend hoeveel stroom er beschikbaar is voor de laadpalen. Bijvoorbeeld, een gebouw heeft een 100A netwerkaansluiting en hier worden 3 laadsystemen op aangesloten. Op het moment dat in het gebouw geen energie wordt verbruikt kunnen de laadpalen 100A verdelen, zoals hiervoor is uitgelegd.

Op het moment dat het gebouw zelf ook stroom nodig heeft (bijvoorbeeld 20A) wordt over de laadsystemen nog maar 80A (±55 kW) verdeeld, waardoor bij 6 ladende auto’s elk 13A (±9 kW) gebruikt mag worden.

4. Faseverdraaiing

Tot slot verwerken wij ook een faseverdraaiing in de Ecotap Duo laadsystemen, wat betekent dat twee enkel fase ladende voertuigen nooit gebruikmaken van dezelfde fase. Auto’s hoeven in dat geval niet gebalanceerd te worden, omdat er detectie plaatsvindt in het systeem. Bijkomend voordeel is dat uw auto sneller laadt.

Deelbare stroomtrafo's voor indirecte Loadbalancing

  • Compact en deelbaar
  • Geschikt voor geïsoleerde geleider
  • Voldoen aan de eisen van IEC61869-2
  • Gegarandeerde nauwkeurigheid
  • Kleurgecodeerde aansluitingen vereenvoudigen de montage
  • TQ50 bovenkant kan volledig worden losgekoppeld