michael-fousert-YhXlYJYlr3c-unsplash
Zakelijke mobiliteit van de toekomst; wat denken we ervan?

De mobiliteitsvraagstukken zijn de afgelopen jaren niet eenvoudiger geworden. Combineer volle wegen (infrastructuur) met ontwikkelende werkstructuren (thuiswerken, digitalisering van de werkvloer), torenhoge brandstofprijzen, een onder druk staande markt voor nieuwe auto’s, laadpaaldekking en ambitieuze klimaatdoelen en je begrijpt de puzzel.

De roep om versnelde ontwikkeling van mogelijkheden binnen die mobiliteit van de toekomst is dan ook veelgehoord. Maar waar moeten we dan met elkaar naar toe en… willen we dat allemaal wel?

Thuiswerken maakt auto van de zaak overbodig?

Het is niet de eerste keer dat ‘de auto van de zaak’ tegen het licht wordt gehouden. En nu de brandstofprijzen hoog zijn en we door COVID een versnelde acceptie in flexibel werken hebben gezien, ligt dat punt van de discussie vooraan. Is zo’n eigen auto wel nodig? We kunnen auto’s toch slimmer delen? Vaker alternatief reizen (OV of fiets)?

Hoe logisch het allemaal mag klinken; een veelheid van de nu zakelijke rijders, is toch serieus gehecht aan hun auto van de zaak. Niet alleen vanuit het gemak en de flexibiliteit om te gaan en staan naar eigen wens, maar ook omdat het als statussymbool nog steeds een serieuze factor is.

Voor de forens die rijdt op basis van kilometervergoeding, zijn er wel degelijk ontwikkelingen gaande die zich vooral laten duwen door de hoge brandstofprijs. Vaker het OV of de fiets waar mogelijk laat in die groep een toename zien. Maar de auto laten staan voor werk, is nog een ver-van-het-bed. Zelfs als het werk zich op minder dan 10 kilometer afstand bevindt.

Wat is er dan nodig; ‘nieuwe’ mobiliteit is toch onvermijdelijk?

Het is echt niet zo dat zakelijke rijders massaal vastgeroest in/aan hun auto zitten. Het bewustzijn van alternatieven vanuit enerzijds een klimaatperspectief en anderzijds het kostenplaatje, is er wel degelijk en groeit. De aantrekkingskracht van alternatieven ontbreekt echter vaak en wordt door werknemers niet aanvullende gestimuleerd. Terwijl juist DAT het verschil kan maken, wijst bijvoorbeeld onderzoek van Kantar en Anders Reizen uit. De bereidheid om anders te gaan reizen is de afgelopen jaren positief ontwikkeld, maar werknemers willen graag gestimuleerd EN beloond worden.

Een hogere reiskostenvergoeding of een andersoortig beloningssysteem bijvoorbeeld wanneer je groenere keuzes maakt. Zo zijn er organisaties waarbij een gereisde fietskilometer meer oplevert dan de vergoeding voor de auto.

Make it simple

Een ander uitgangspunt is het versimpelen van kiezen voor alternatieven of een combinatie ervan. Veel werknemers vinden allerlei regelingen rondom de fiets complex en tijdrovend. En ook het maken van een combinatie (bijvoorbeeld de elektrische auto samen met een ander, of deels fietsen, deels auto) zijn maar ingewikkeld, waardoor veel mensen er niet eens aan willen beginnen.

Hoewel er best wat voor te zeggen is dat mensen zelf een verantwoordelijkheid dragen (richting de wereld, hun omgeving, …), overheerst het gevoel dat voor woon-werkreizen een mate van verantwoordelijkheid bij de werkgever ligt. Daar ligt dus een grote kans om andere keuzes te stimuleren!