pexels-kindel-media-9799995
Iedereen elektrisch in 2035 – is dat wel haalbaar?

We schreven al eerder over HET jaar 2035 toen in oktober vorig jaar de Europese Unie een historisch besluit nam: Vanaf 2035 mogen alleen nog waterstof- of elektrische auto’s (nieuw) worden verkocht. Een serieuze stap in het terugdringen van de milieuvervuiling waarin verkeer vanzelfsprekend een significante rol speelt en moet spelen.

Maar iedereen elektrisch (of alternatief) in 2035, hoe haalbaar is dat? En betekent dit werkelijk dat elke auto straks elektrisch is? Een blik op 2035.

Allereerst de Hollandse vraag – is dit wel te betalen?

Daar lijkt men optimistisch over. Al jaren gaan de prijzen van elektrische auto’s omlaag en is de breedheid in modellen (ook kleiner elektrisch) vergroot waarmee elektrisch rijden steeds bereikbaarder wordt. Dat neemt niet weg dat relatief gezien een elektrische auto nog niet goedkoop is. Nu echter de massa moet worden gerealiseerd zullen de kosten flink dalen.

Ook niet onbelangrijk is dat de kwaliteit en levensduur van batterijen nog beter wordt EN goedkoper. Dat is een belangrijke factor omdat de batterij een belangrijk onderdeel van de kostprijs is.

En de materialen en grondstoffen?

Dit is een puntje van (kleine) zorg. Het is niet voor het eerst dat de vragen worden gesteld of we wel de grondstoffen kunnen krijgen voor al die batterijen (want daar ligt de meeste zorg). De situatie in Rusland is een voorbeeld; veel nikkel komt uit Rusland.

Aan de andere kant zijn producenten al lang bezig met het verkrijgen van grondstoffen en eventuele alternatieven. Een belangrijk voordeel is ook dat 95% van de batterijen kan worden hergebruikt. Zodra we dus een bepaalde hoeveelheid batterijen behalen, is de grote vraag naar grondstoffen geen kwestie meer.

OK – maar er zijn vast meer drempels?

De breed gedragen overtuiging is dat over-all deze doelstelling zeker haalbaar is, anders was deze scherpe lijn niet gezet. Dat wil inderdaad echter niet zeggen dat er geen uitdagingen liggen.

Autoproducenten zien geen problemen en er zijn zelfs merken die al voor dat markeerpunt geen traditionele auto’s meer produceren gaan. Hun productiestromen en de investeringen die al jaren worden gedaan, zijn klaar voor 2035.

De laadinfrastructuur is een bekende uitdaging. In Nederland lopen we al tijden voorop in de dekkingsgraad en hoeveelheid laadpunten (zowel publiek als thuis), maar ook in de EU moet daarin natuurlijk sterk worden ontwikkeld om te voorkomen dat je met je auto stil komt te staan. Daarom zijn er afspraken over de dekkingsgraad (bijvoorbeeld elke 60km tenminste een laadoptie).

Een laatste vraagstuk is de ontwikkeling van de tweedehandsmarkt. Hoewel die nu langzaam op gang komt en met de elektrische boost zich natuurlijk verder ontwikkelt, zou de EU graag zien dat ook particulieren die per definitie tweedehands rijden, ook de overstap maken.

Daar is dan ook een ruimere occassionmarkt voor nodig en daarom is er een harde roep om subsidies lang in stand te houden.

Mee naar 2023? Bespreek met ons team de opties voor je bedrijf, woning, gemeente of publieke ruimte.